Homilie van Ben van Bronkhorst
Tijdens de Franciscusviering van 2 oktober
Op verzoek van een aantal parochianen om de homilie van emritus pastoor Ben van Bronkhorst tijdens de feestelijke Franciscusviering van maandag 2 oktober nog eens rustig na te kunnen lezen, plaatsen we hierbij de tekst op onze website. De overweging is opgesteld n.a.v. Matheus 11,25–30.
Beste parochianen,
Op het feest van onze parochie, de viering van Franciscus, gaat het vandaag over “Franciscus en de Kerk”. Op het eind van zijn leven verzucht Franciscus: “Ik ben maar een onnutte knecht; tot nu toe heb ik nog niet veel gedaan. En tot zijn volgelingen zegt hij: Laten we maar opnieuw beginnen, tot nu toe hebben we alleen maar gedaan wat we moesten doen.” Het evangelie van zojuist riep dit bij me op: God heeft blijkbaar veel op met eenvoudige en simpele mensen.
In Franciscus’ tijd nam men het blijkbaar niet zo nauw met de regels van de Kerk. Ja, wet was wet; maar wetten zijn er om overtreden te worden. Dat strookt niet met de visie van Franciscus. Vaak roept hij zijn broeders op om vooral trouw te blijven aan de Kerk van Rome. Dat ligt hem na aan het hart. Hij spreekt er veel en graag over.
En voor misstanden sluit hij zijn ogen niet. Hij weet dat velen er de kantjes vanaf lopen, dat priesters er vaak niets van maken, dat bisschoppen in pracht en praal leven. Maar hij blijft, ondanks alles, van die Kerk houden. En waarom? Omdat Franciscus in de Kerk Christus zelf herkent: in brood en wijn en in de Schrift komt die hem tegemoet. Priesters breken het brood, priesters verkondigen het Goede Nieuws. En daar wil Franciscus bij zijn. Dat betekent voor hem veel meer dan kritiek op misstanden.
Hij wil de Heer ontmoeten, Hij wil doen wat die tot hem zegt. Daarnaar is hij op zoek als een rusteloze zwerver. Zijn stem hoorde hij in het kerkje van San Damiano: “Ga en herstel mijn huis. Je ziet toch dat het in verval raakt!” Als een ruïne had hij Gods Kerk leren kennen en met zijn eigen handen bouwde hij haar weer op. In de ellende van de vervallen Kerk had Franciscus de liefde van Gods Zoon herkend, de liefde van Hem die zelf de kwetsbaarheid van ons mensenbestaan op zich genomen had. Hem herkende hij, Hem wilde hij herkennen in die gekwetste Kerk en in de kleine, eenvoudige en kwetsbare mens.
Franciscus laat ons zien dat het er in de Kerk niet op aan komt meteen te kritiseren en te oordelen. Hij weet dat er verschil is tussen de zwakheid van de Kerk en de genade die de Heer door zijn Kerk schenkt. Hij wil niet op de kwade kanten letten. Zou dat iets voor ons zijn nu? Zo kijken, zo luisteren, onze aandacht zo richten dat we ons niet meer kwaad hoeven te maken? Niet meer letten op “waarom het zo moet” of “wie er nu gelijk heeft”, want er zijn zoveel belangrijker zaken. Of gooien we dat ver van ons af omdat het teveel lijkt op nietszeggende dooddoeners of onvoorwaardelijke overgave aan dat machtsinstituut Kerk!!
Bedenk bij dit alles echter wel dat Franciscus, geleid door eerbied voor en gehoorzaamheid aan de Kerk tegelijk in grote vrijmoedigheid zijn eigen weg ging. Hij wist heel goed wat hij wilde: in armoede en eenvoud de Heer navolgen. Hij wist ook dat hij daarin niet veel medewerking zou krijgen van de kerkelijke leiders. Die wantrouwden armoede en eenvoud: daar werd je maar ketters van!
Een oud verhaal vertelt dat Franciscus en zijn volgelingen de paus om toestemming kwamen vragen voor hun manier van leven. De paus zou toen gezegd hebben: “Ga jij maar naar de varkens en preek voor hen. Daar hoor je thuis.” Franciscus gaat naar de varkens, wentelt zich in hun modder en komt stinkend en wel terug bij de paus. “Ik heb gedaan wat u vroeg,” zegt hij. “Luister nu even naar mij.” Dan geeft de paus, verbaasd over deze combinatie van nederigheid en vrijmoedigheid, zijn toestemming. Door tegelijk gehoorzaam en volhardend te zijn joeg Franciscus priesters en kerkleiders niet tegen zich in het harnas en kon hij in vrijheid zijn eigen levenswijze gestalte geven.
Dit vrijmoedig optreden is tegelijk meegaand en volhardend. Het komt voort uit het geloof dat niet de machten van de duisternis het laatste woord hebben, maar Gods Geest die is geopenbaard aan kleinen en weerlozen. Met de slimheid van iemand zonder pretenties heeft Franciscus zijn weg gezocht. Met een niet aflatende liefde heeft hij de Kerk bemind. Daarmee gaf hij blijk van een grote geestkracht.
Moge die geestkracht ons, in deze Franciscusparochie, niet ontbreken. Bidden wij vandaag dat de Heer ook ons, op voorspraak van Franciscus, die kracht in het komende werkjaar zal geven. Amen.
Emeritus pastoor Ben van Bronkhorst