Wat is een diaken nou precies?
Onze parochie mag zichzelf gelukkig prijzen met de aanstelling van diaken Peter de Snoo. Maar wat is nou een diaken en wat doet hij allemaal?
Diaken
Het woord diaken komt van het Grieks ‘diakonos’ wat ‘dienaar’ betekent. De instelling van het diaconaat staat in het boek Handelingen van de Apostelen (hoofdstuk 6) beschreven. De apostelen kozen onder gebed zeven mannen uit die hen moesten bijstaan in de zorg voor de armen. Een diaken wordt gewijd door gebed en handoplegging van de bisschop, en is de laagste van de drie wijdingsgraden: bisschop, priester, diaken.
De Kerk kent permanent en transeunt diakens. Mannen die permanent diaken willen worden volgen een vijfjarige (deeltijd)opleiding, in ons bisdom op het Sint-Janscentrum vlakbij de kathedraal van ’s-Hertogenbosch. Aan het einde van het vijfde jaar wordt de kandidaat Deo Volente diaken gewijd door de bisschop en ontvangt hij een aanstelling in een parochie. De permanent diaken oefent zijn ambt vaak uit naast zijn reguliere baan.
Taken
De diaken staat de priester bij in de viering van de eucharistie, hij reikt de communie uit (hij is naast de priester de gewone bedienaar van de H. Communie, zoals we dat in de Kerk noemen), assisteert bij een huwelijk en zegent het in, hij doopt, hij leest de evangelietekst tijdens de Mis en kan gevraagd worden om te preken en hij leidt kerkelijke uitvaarten.
Een diaken werkt dus nauw samen met de priester. Ze vullen elkaar aan, ieder vanuit zijn eigen roeping en verantwoordelijkheid. Diakens zijn ook actief buiten de liturgie op het gebied van diaconie. Daar vallen veelal onder: jongeren- en ouderenpastoraat, ziekenbezoek, stervensbegeleiding, huwelijk- en doopvoorbereiding, missie en caritas. Juist op deze gebieden, waar de parochie vaak niet of onvoldoende aan toe komt, ligt een belangrijke taak voor de diaken.
Kleding
De diaken draagt zijn stola diagonaal, over zijn linker schouder. De priester en bisschop dragen hun stola over beide schouders, recht naar beneden. Ook aan de liturgische gewaden kun je de diaken en de priester herkennen: de dalmatiek van een diaken toont vaak de letter H met een hoge verbindingsstreep; het kazuifel van een priester toont vaak een kruis met armen die omhoog wijzen.
Een diaken mag net zoals een priester een boordje dragen, zowel wanneer hij in functie is als in het dagelijks leven. In de praktijk wordt dat niet zo vaak gedaan.
Permanent diaken
De vergadering van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) heeft het permanente diaconaat opnieuw ingevoerd voor gehuwde mannen van rijpere leeftijd.
Transeunt diaken
Meestal een jaar voor de priesterwijding, wordt de priesterstudent tot diaken gewijd. Een diaken in afwachting van zijn priesterwijding wordt ‘transeunt diaken’ (overgangsdiaken) genoemd.
Hiërarchie van de Kerk
De rooms-katholieke Kerk kent vele ambten en functies. Hieronder geven we een ruim maar niet volledig overzicht. De volgorde is niet een hiërarchische volgorde. Voor veel ambten is een wijding nodig, maar niet voor alle.
Paus
De paus staat aan het hoofd van de Kerk. De paus is de opvolger van Petrus en bisschop van Rome. De paus wordt gekozen door de kardinalen tijdens een conclaaf. De paus draagt meestal witte kleding en een witte solideo - ‘alleen voor God’ op zijn hoofd. In de volksmond wordt het ook wel ‘keppeltje’ of ‘kalotje’ genoemd.
Kardinaal
Na de paus is er een college van kardinalen. Deze kardinalen worden gecreëerd door de paus tijdens een consistorie. Kardinalen jonger dan 80 jaar oud kiezen een nieuwe paus wanneer de paus overlijdt of aftreedt. In Nederland hebben we kardinaal Eijk en emeritus kardinaal Simonis. Kardinalen dragen een rode solideo op hun hoofd.
Aartsbisschop
Een aartsbisschop is doorgaans het hoofd van een aartsbisdom en de voornaamste bisschop binnen een kerkprovincie. In Nederland is Bisdom Utrecht het Aartsbisdom en kardinaal Eijk is tevens aartsbisschop. Er bestaan ook titulaire aartsbisschoppen; dit zijn aartsbisschoppen van niet meer bestaande aartsbisdommen.
Bisschop
Aan het hoofd van een bisdom staat een bisschop, eventueel bijgestaan door een of meer hulpbisschoppen. Mgr. Hurkmans is bisschop van ons bisdom ’s-Hertogenbosch. Een hulpbisschop is altijd titulair bisschop van een niet meer bestaand bisdom. Mgr. Mutsaerts is hulpbisschop en titulair bischop van bisdom Uccula (Noord-Afrika).
Een bisschop is een priester die wordt gewijd door een bisschop waarbij er twee mee-wijdende bisschoppen zijn. Bisschop is afgeleid van het Griekse episkopos: opzichter/opziener. Bisschoppen dragen een paarse solideo op hun hoofd.
Vicaris
De naam ‘vicaris’ komt van het Latijn ‘vicarius’, wat ‘plaatsvervanger’ betekent. In de katholieke Kerk staan een of meerdere vicarissen de bisschop bij in het bestuur van het bisdom. Voor sommige zaken heeft hij een volmacht nodig van de bisschop. Een vicaris moet priester zijn, minstens dertig jaar en kennis van of een graad in theologie of canoniek recht hebben.
De vicaris-generaal is de plaatsvervanger van de bisschop en heeft de dagelijkse leiding over het bestuursapparaat van een bisdom. Waarnemend pastoor Van den Hout van onze Franciscusparochie is tevens vicaris-generaal van Bisdom ’s-Hertogenbosch. Een hulpbisschop staat in de kerkelijke hiërarchie hoger dan een vicaris-generaal.
Priester
op 6 juni 2009
Een priester is een gewijde bedienaar van de Kerk. De priester wordt gewijd door de bisschop. De priester die aan het hoofd staat van een parochie, wordt pastoor genoemd. De pastoor van een kathedraal wordt plebaan genoemd. De priesters die naast de pastoor zijn aangesteld in een parochie worden doorgaans kapelaan genoemd of pastor.
Een priester die lid is van een orde of congregatie wordt pater genoemd - pater Bertus Bus is minderbroeder-capucijn. Een priester die geen lid is van een orde of congregatie wordt ook wel wereldheer genoemd.
Priesters kunnen een zwarte solideo op hun hoofd dragen, maar dat wordt bijna niet meer gedaan.
Diaken
De diaken is een gewijde dienaar van de Kerk met specifieke taken. De diaken kan het sacrament van het Doopsel toedienen, een huwelijk inzegenen en een uitvaart verzorgen. Tevens kan de diaken de priester assisteren bij de Eucharistieviering.
Een getrouwde man kan wel permanent diaken worden, maar een permanent diaken kan niet (opnieuw) in het huwelijk treden. De permanent diaken oefent zijn ambt vaak uit naast zijn reguliere baan.
Lector
Het woord lector komt van de Latijnse woord ‘legere’ = lezen. Dus een lector is ‘degene die leest’. In de katholieke Kerk is de lector een leek die in de kerk leest tijdens de Mis: de eerste en tweede lezing, de psalm, het alleluia en de voorbeden en hij/zij kan ook de mededelingen doen.
Er is ook een officiële aanstelling tot lector. De aanstelling tot lector vormt de eerste stap op de weg van de diaken- en priesterstudent. De liturgische plechtigheid vindt plaats tijdens een Eucharistieviering. Net als bij een wijding wordt de kandidaat bij naam geroepen, waarop deze antwoordt: “Ja, hier ben ik.”
Acoliet
Een acoliet is een mannelijke misdienaar die een aanstelling heeft ontvangen van een bisschop. De naam ‘acoliet’ wordt in de volksmond ook gebruikt voor een oudere misdienaar, deze hoeft niet door een bisschop aangesteld te zijn. Men kan ook tijdelijk tot acoliet aangesteld worden door een priester om mee te helpen bij het communie-uitreiken in een bepaalde viering (hij of zij is dan buitengewoon bedienaar van de H. Communie).
Misdienaar
De misdienaar helpt de priester bij de Eucharistieviering. Hij draagt de kaars tijdens de intrede, staat naast de priester of diaken tijdens de Evangelielezing, draagt de kelk naar het altaar, geeft water en wijn aan en helpt bij de handwassing. De misdienaar wordt in principe gevraagd door de pastoor van een parochie.
Pastoraal medewerker
Een pastoraal medewerker is een door de bisschop aangestelde leek die een theologische opleiding heeft genoten voor het pastoraat. Een pastoraal medewerker is meestal actief in een parochie voor het dagelijks beheer van de parochie. Een pastoraal medewerker is wel benoemd en gezonden maar ontvangt geen wijding.
Catecheet
Een catecheet is een door de bisschop aangestelde leek die hiertoe een opleiding heeft genoten. Een catecheet heeft een belangrijke taak bij het verbreiden en verdiepen van het geloof.
Religieuzen
Een broeder of zuster is een man respectievelijk vrouw die de kloostergeloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid heeft afgelegd. Deze mannen en vrouwen leiden een religieus leven van gebed en arbeid (ora et labora).
Er zijn contemplatieve religieuzen (monialen) die binnen een klooster wonen en zich van de buitenwereld afgesloten hebben. Waarom doen ze dat? Hun diepste motivatie is uit liefde voor Jezus Christus, Hij heeft hen tot zich getrokken als bruid; ze bidden voor de Kerk en de wereld. Een voorbeeld van een contemplatief klooster is de abdij van de Zusters Birgittinessen in Uden.
Andere religieuzen zijn actief vanuit hun congregatie in de gezondheidszorg, het onderwijs, de ziekenzorg, het missiewerk of andere sociale taken waarin hun congregatie gespecialiseerd is. Religieuzen dragen een habijt en zusters ook een sluier.
Bij het intreden in het klooster worden de volgende fasen herkend:
- Aspirant: wederzijdse kennismaking in het klooster
- Postulaat (ten minste 1 jaar)
- Noviciaat (ten minste 2 jaar)
- Tijdelijke professie (meerdere jaren)
- Eeuwige professie
Aan het hoofd van een klooster staat de abt (mannelijk) of de abdis (vrouwelijk).