De kerststal bestaat 800 jaar
Hoe Franciscus het Kind van Bethlehem weer tot leven bracht
Graag neem ik u even mee precies 800 jaar terug in de tijd. Het is december 1223. Franciscus van Assisi komt, zoals hij wel vaker heeft gedaan, op bezoek bij zijn vriend Giovanni in het Italiaanse Rietidal. Toch zou dit bezoek anders worden dan anders.
“Giovanni,” zei Franciscus, “als jij wilt dat ik met mijn broeders dit jaar bij jou in Greccio kerstmis vier, dan moet je goed luisteren en precies doen wat ik zeg!” Natuurlijk wilde Giovanni dolgraag dat Franciscus bij hem zou zijn met Kerstmis. Dan zou hij hem eens een lekker maal voorzetten.
En precies dat vond Franciscus zo jammer. De mensen hadden geen gevoel meer bij Kerstmis. Het was een van de zoveel feesten van de Kerk en een goede gelegenheid lekker te eten. Franciscus wilde graag dat mensen weer zouden beseffen waar het met Kerstmis echt om ging. Namelijk de geboorte van Jezus, of anders gezegd: dat God het de moeite waard had gevonden om zelf in de vorm van een kwetsbaar Kind mens te worden tussen de andere schepselen en zo deel te nemen aan onze tijd en ruimte, de wereldgeschiedenis. En dat dan ook nog in de allerarmoedigste omstandigheden: een stal.
Giovanni luisterde aandachtig. “Waar moet dit dan gebeuren?”, vroeg hij. Daarop vroeg Franciscus een jongetje een stok het bos in te slingeren. Op de plek waar de stok neer zou komen, daar vond God - aldus Franciscus - waar het moest gaan gebeuren.
Op de avond van 24 december was het zover. Vanuit het stadje Greccio en de omliggende dorpen kwamen de mensen met fakkels naar de plek in het bos waar de tak was neergekomen. Ook alle broeders van Franciscus die zich her en der in het Rietidal ophielden, waren gekomen. En toen ze op de open plek in het bos aankwamen, zagen ze het: in een grot had Franciscus het tafereel van Bethlehem laten uitbeelden. Heel eenvoudig: een kribje met een levende os en ezel. Het Kindje ontbrak nog. “Want”, zei Franciscus, “we gaan zo de Eucharistie vieren en daar is het Kind al in aanwezig.” De altaartafel was dan ook ingericht boven het kribje.
De mensen waren tot tranen toe ontroerd. Vooral toen Franciscus het Kerstverhaal voorlas. Voor het eerst sinds die wondere nacht in Bethlehem konden ze niet alleen horen wat er gebeurd was, ze konden het ook zien. Er was zelfs iemand die een visioen kreeg. Deze man zag ineens in het lege kribje een dood kindje liggen. Daarna zag hij Franciscus naderbij komen en het kindje wakker kussen.
Dat visioen beschrijft heel goed wat er gebeurde. Het beeld van Christus als onschuldig Kindje in een kribbe werd weer opgeroepen bij de mensen: wakker geschud. Een beeld dat ze nooit meer weg hebben willen laten gaan. Zo ontstond die nacht, exact 800 jaar geleden, een traditie die we sindsdien in ere houden: thuis, in de kerk, op straat, op school, enzovoorts een kerststal neerzetten.
Sinds een aantal jaren hebben de minderbroeders franciscanen daar nog iets aan toegevoegd. Met het verhaal van de drie wijzen in gedachte, die geschenken kwamen brengen voor het Kind, roepen ze mensen op producten voor de voedsel bank te komen brengen. Op sommige plekken leggen mensen de spullen bij de kerststal. Op andere plekken blijft de kerststal gedurende de Adventstijd leeg van beelden om er de producten voor de voedselbank in te kunnen leggen.
Zo combineren de minderbroeders franciscanen de wens van Franciscus oog te hebben voor de menselijke kant van Jezus met zijn wens broeder te zijn voor de mindere: de zieke, de arme. Het Kind Jezus, zijn moeder en voedstervader kunnen immers zelf tot die groep gerekend worden. Zo maken we het voor iedereen een Zalig Kerstmis!
Br. Hans-Peter Bartels ofm