Allerzielen
Zaterdag 2 november
Ieder van ons weet wat verlies is... Voor sommigen is het nog maar pas gebeurd dat ze iemand verloren. Voor anderen is het al wat langer geleden. Je hoort weleens zeggen: ‘Tijd heelt alle wonden.’ Was dat maar zo. De wonde die is geslagen, het gemis dat er is, dat gaat nooit weg. Vaker hoor ik zeggen: ‘Het lijkt wel dat het met de tijd juist erger wordt.’ Gemis groeit, verdriet slijt... De uitbarstingen van verdriet met een huilbui, die worden zachter en milder. Maar de lege plek aan tafel of in bed die blijft, pijnlijk confronterend. En ofschoon iedereen zegt dat je de pijn niet moet opkroppen. Dat je alles mag uiten, voelen we ons toch vaak ongemakkelijk wanneer mensen dat doen.
Onze eerste reactie is troosten. Mensen zeggen dat ze sterk moeten zijn. Want onze samenleving heeft het moeilijk met rouw. Alles moet vlug gaan. We hebben geen tijd om stil te staan bij de dood en dus zeggen we: ‘Het leven gaat verder, je moet er iets van maken, probeer ervan te genieten’ Allemaal goed bedoeld, maar gevoelsmatig ver verwijderd van waar de ander mee zit. Voor wie rouwt, staat de tijd stil. Er is niet alleen een geliefde gestorven maar ook een stuk van jezelf. Je bent jezelf deels kwijtgeraakt. Je bent gewond. En zoals een lichamelijke wond pijn doet. En weer begint te bloeden als je ergens tegen aanstoot. Zo wordt die geestelijke wond telkens opengestoten door herinneringen, ervaringen en een dag als Allerzielen. Zou het een oplossing zijn om elke herinnering uit het leven te bannen, uit angst telkens weer gekwetst te worden? Neen, het delen van de herinnering en het noemen van hun namen, zoals met Allerzielen gebeurt, is pijnlijk maar kan ook goed doen. Want iemand ‘doodzwijgen’ is voor zijn of haar naasten heel verdrietig.
Hoe goed is het niet gewoon te praten over die ons lief zijn en blijven, ook al zijn ze gestorven? Daarom is het zo belangrijk dat wij in de kerk die namen noemen op Allerzielen. Maar ook in het weekend bij de misintenties. En dat die namen onuitwisbaar geschreven staan op de gedachteniskruisjes. Maar meer nog in Gods hand. Gods herinnering aan mensen gaat verder dan de onze. Zo horen we in psalm 139: Hij kent ons al voor we geboren zijn en blijft ons kennen, zelfs wanneer we overleden zijn. God vergeet nooit! En dat vertrouwen geeft ons hoop!
Het geloof in een eeuwig en gelukkig leven in Gods nabijheid maakt het verdriet niet minder. Lost het gemis niet op. Maar het helpt wel om verder te gaan met het leven zonder dat men verbitterd raakt. Verdriet en gemis horen bij ons leven, of wij nu willen of niet. Ze zijn als onze schaduw onlosmakelijk met ons verbonden.
Soms zien we die schaduw wel en dan weer niet. Soms is die groot en dan weer klein, voor of achter ons. Zo is het ook met verdriet en gemis. Ze kunnen opeens levensgroot aanwezig zijn op momenten dat je het niet had verwacht. En een schaduw werpen op je leven.
Ga maar na: liefdevolle herinneringen zijn als warmte en licht van de zon, deugddoend maar ze werpen wel een schaduw en daarmee moet je nu eenmaal leven. Misschien geeft dit goede moed: ‘Liefde houdt niet op waar het leven eindigt. Het leven is eeuwigdurend en de liefde is eeuwigdurend. De dood is slechts een horizon en een horizon is niets dan de begrenzing van onze waarneming.’ Dit getuigt van leven over de grens van de dood. ‘Liefde houdt niet op waar het leven eindigt. Het leven is eeuwigdurend en de liefde is eeuwigdurend.’
Waar zijn onze dierbare overledenen? Onderweg? Hoe dan? Soms voelen we ineens, alsof een licht opgaat, dat het goed met ze is, dat ze veilig zijn, geborgen, gelukkig. Hier is sprake van een bepaald gevoel, een innerlijk contact, al is het soms even. Van harte hoop ik dat dit gevoel, dat onze dierbare doden leven, voor ons, kracht geeft om verder te gaan. Onuitwisbaar zijn onze overledenen. We blijven met elkaar verbonden.
pastor Bertus Bus
Vieringen
Kijk voor een overzicht van vieringen voor Allerzielen in het vieringenoverzicht: