Homilie Chrismamis 2012
Traditiegetrouw op de woensdag in de Goede Week wordt de Chrismamis gevierd in de Sint-Janskathedraal van ’s-Hertogenbosch. Daarbij zijn alle parochies van het bisdom vertegenwoordigd en wordt het Heilig Oliesel gewijd. Hieronder volgt de indrukwekkende homilie van onze bisschop, mgr. Hurkmans.
Heilige Geest
Met het kruisteken, broeders en zusters, zijn we binnengegaan in deze unieke viering. Als gelovigen hebben we ons toevertrouwd aan God. Aan de Vader, de Zoon en aan de Heilige Geest. In deze viering horen we vooral over de Heilige Geest. Hij doordringt onder andere door de zalving, bij de doop, bij het vormsel en bij het sacrament voor de zieken, heel ons leven.
De priesters zijn bij hun wijding met het Chrisma gezalfd om in de Kerk in Christus’ Naam te werken. Niets in ons valt buiten Gods goedheid. Door de Heilige Geest zijn wij in de Kerk samen een lichaam, waarvan Jezus het hoofd is. Door de Heilige Geest wordt ons verstand verlicht, is de liefde in ons hart, zijn we sterk, sterker dan de dood. Wij als gelovigen mogen leven op de adem van de Heilige Geest, die ons verbindt met de Vader, met de Zoon en met elkaar.
De adem van de Heilige Geest vernieuwt ons innerlijk leven en doet ons verantwoordelijkheid nemen voor Kerk en samenleving. De sacramenten waarin de heilige Oliën, die straks worden binnengedragen, een belangrijke rol spelen, tekenen de weg van de gelovige Christen. De Heilige Geest zorgt er voor dat een mens niet alleen komt te staan, dat hij niet vereenzaamt, niet in de macht komt van de Boze en zijn verleidingen.
God en zijn Kerk
Inderdaad, broeders en zusters, velen ervaren dat het leven met God in de Kerk mooi en rijk is. Toch leven mensen om ons heen minder en minder in die vertrouwensrelatie met God en zijn Kerk. Zij zien af van de doop, van het vormsel en zij ademen het leven van de Heilige Geest niet meer in door deel te nemen aan het kerkelijk leven. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn minder en minder gekend. Het kruisteken raakt in onbruik. We hebben de indruk dat het geloof verdampt. Tegenover de Kerk heeft die groep van mensen een onverschillige houding. Het is hun keuze. Dit langzame proces van ontkerkelijking is al enige decennia gaande.
Nu zijn in ons bisdom de gevolgen van die ontkerkelijking niet meer te ontkennen. We dienen het kerkelijke en parochiële leven opnieuw vorm te geven, of zoals het bedrijfsleven dat uitdrukt: we moeten reorganiseren. Dit komt juist op het moment dat meer en meer mensen vijandig staan tegenover de Kerk. Dit drukt zwaar op hen die trouw blijven. Zij zijn niet gewend bij een minderheid te horen. Het negatieve gepraat over de Kerk maakt het leven van veel gelovigen en van veel priesters zwaar. Zij weten niet wat te doen.
Veel priesters, diakens en gelovigen ondervinden veel weerstand tegen de Kerk. Dit is het laatste jaar versterkt door de dikwijls droeve verhalen over het seksueel misbruik uit het verleden van de Kerk. Wat niet goed is hoeft niet verzwegen te worden, maar in de publieke opinie wordt de laatste tijd voorbijgegaan aan de vele priesters en religieuzen die trouw en met grote inzet vanuit hun roeping hebben gewerkt voor de verzorging van de zieken, het geven van onderwijs of werken in de parochies.
Wijdingsbeloften
Dat brengt mij bij de wijdingsbelofte die u, priesters, straks gaat vernieuwen. Priesters ik weet dat jullie als ambtsdragers van de Kerk veel werk verzetten en geestelijk in onze tijd ook heel wat te verwerken hebben. Graag laat ik jullie weten dat ik jullie zeer dankbaar ben, en ook wil ik mijn waardering uitdrukken. Maar u weet dat de Kerk van ons volledige toewijding vraagt. Broeders, het is vooral aan ons, om juist nu, onze roeping ondubbelzinnig te leven en de roeping eerlijk te beleven.
Dit is het enige goede antwoord. Er is geen tussenweg. Aan Christus, aan de mensen aan onze zorg toevertrouwd en ook aan onszelf zijn we verplicht om de gaven van onze roeping en het charisma van het celibaat op een zuivere wijze oprecht te beleven. Bij onze priesterwijding zijn ons de handen opgelegd. Hiermee werd uitgedrukt dat God Zelf ons heeft geroepen en Zijn handen op ons heeft gelegd. Hij heeft ons toegeëigend en ons de zending gegeven om in Christus naam op zoek te gaan naar de mensen. Hen te heiligen, te onderrichten en hen op hun beurt actief te doen zijn in hun roeping.
In de wereld van vandaag zijn onze handen Gods handen. Door ons doopt Christus de kinderen; Hij maakt ze tot kinderen van God. Door ons is de Heilige Geest werkzaam in de gelovigen. Door onze mond geeft Jezus hoop in de verkondiging tijdens de Eucharistie. Door ons dienstwerk geeft Hij uit liefde voor alle mensen Zijn lichaam en bloed. Wij zijn gewijd om het leven van Christus vruchtbaar te doen zijn in het leven van mensen. Met het kleiner worden van de Kerk verliest de Kerk niets van haar identiteit, integendeel. Haar kracht en haar missie die ze kan vervullen door de Heilige Geest blijven dezelfde.
Zoals ook Christus altijd dezelfde is; gisteren, vandaag en altijd. Hij wil door ons, Zijn dienaren, door de tijden heen de gevangenen bevrijden, de blinden laten zien, de bedrukten opnieuw het altijd vernieuwend leven van de Heilige Geest laten inademen. Alles is in de Kerk aan het veranderen, maar het innerlijk leven van de Kerk blijft hetzelfde. Door onze priesterwijding zijn wij ook monnik geworden: behoeders van dit innerlijk leven. Door onze priesterwijding zijn wij tegelijkertijd ook missionaris geworden: verkondigers van het innerlijk leven.
Veranderingen
Broeders en zusters, ik zei: “alles verandert”. Dat is zo. Tientallen jaren is de Kerk kleiner aan het worden en daar zien we nu de gevolgen van. De kerk in ons land maakt grote veranderingen door. Ook in ons bisdom worden die veranderingen meer en meer zichtbaar en voelbaar. Parochies fuseren en het verantwoord sluiten van kerken is onontkoombaar. Daarnaast staat de bisdomorganisatie aan de vooravond van een ingrijpende reorganisatie. Met moeite heb ik mij er aan overgegeven en ik vraag u hetzelfde te doen.
Wij kunnen de rijkdom van het kerkelijk leven dat haar brandpunt vindt in de liturgie niet meer overal zichtbaar maken. We hebben nieuwe parochies nodig met één centrale parochiekerk van waaruit de rijkdom van het kerkelijk leven gestalte krijgt. Sprankelend, inspirerend, authentiek, kerkelijk leven kunnen wij niet maken, niet organiseren. Met het woord van de psalmist (ps. 127): Als de Heer het huis niet bouwt, werken de bouwers vergeefs. Jaren van opbouw zullen we nodig hebben. We gaan een tijd in waarin de oude Kerk nog meer zal afsterven, maar het is tegelijk de tijd waarin de nieuwe Kerk zal opbloeien.
Liturgie, Catechese en Diaconie
Het is de intentie dat de parochiekerken plaatsen zijn waar het vuur blijft branden. Tot de pastoors van de nieuwe parochies zeg ik: geef u met hart en ziel voor de liturgie in uw parochiekerk. Vier haar in eenheid met de Wereldkerk. Wees vaak in uw parochiekerk om er te bidden. Laat er stilte zijn. Wek verwondering. Alleen of met medegelovigen. Laat uw parochianen weten dat u daar bereikbaar bent. Zorg dat u op geregelde tijden aanwezig bent om het sacrament van boete en verzoening te vieren.
Wees in Jezus’ Naam in de Eucharistie een goede gastheer en vorm gemeenschap. Dit vraagt om goed verzorgde liturgie, verzorgde kerkmuziek, inspirerende verkondiging die de gelovigen opwekken tot christelijk leven, opdat zij hun verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun taak in de samenleving. Zorg voor ontmoeting en gesprek na de viering. Wek op die wijze een honger naar catechese, een tweede belangrijke pijler voor de nieuwe parochie. Vergeet bij catechese de kinderen niet. Priesters: misdienaars inschakelen is het beste jongerenwerk.
Vanuit liturgie en geloofsvorming zullen wij onze roeping verstaan om naar elkaar om te zien. Roep de diaconie tot leven vanuit de Eucharistie die de bron en hoogtepunt is van alle kerkelijk leven. Bedenk bij alles dat het kerkelijk leven zich hoe dan ook niet laat organiseren. Een gebedscultuur en een verzorgde liturgie, al is het allemaal in het klein met weinige mensen, hebben het in zich groeikracht te geven aan het kerkelijk leven.
Daarom heb ik bij gelegenheid van mijn paaswensen u uitgenodigd aandacht te hebben voor de liturgie zoals de Kerk die ons vraagt te vieren. Bij de vijftigste verjaardag van het Tweede Vaticaans Concilie vraagt de constitutie over de H. Liturgie van ons allen dat wij de zin en de betekenis van de heilige handelingen verstaan en toepassen. Het gaat om “dat God er is” in de liturgie.
Monnik en Missionaris
De pastoor en zijn medepriesters moeten veel thuis zijn om als monnik het innerlijk leven van de Kerk behoeden. Tegelijk dienen zij als missionaris naar de plaatsen te gaan waar Christus zelf van plan was heen te gaan. Daarbij is het goed de diakens, pastorale werkers en de gelovigen in te schakelen.
Broeders in het wijdingssacrament, wij gaan nu onze geloften, die we deden bij de priesterwijding, vernieuwen. Wees er van bewust dat wij, juist nu, ons echt moeten geven aan onze roeping. Bidden we dat het vuur van het begin in ons blijft branden. Volg je roeping met een ongedeeld hart, om zo God en de mensen te dienen naar het voorbeeld dat Jezus ons morgenavond geeft bij de voetwassing.
U allen, broeders en zusters, vraag ik: steun uw priesters. Door mee te werken waar het kan. Van u wordt gevraagd te getuigen van het geloof. Heb de moed dit te doen. Uw woorden mogen echter niet leeg zijn. Laat uw woorden ook uw daden zijn. Broeders en zusters vol vertrouwen gaan we verder. God immers laat ons niet in de steek. Hij blijft naar ons omzien. Amen.
+ Mgr. drs. A.L.M. Hurkmans
Bisschop van ’s-Hertogenbosch