Oorlogsherinneringen van een klein meisje
“O.L.Heer heeft met twee handen boven ons gestaan”
Een keurig getypt oorlogsverslag over het dagelijks leven in het laatste oorlogsjaar 1944/45. Redactielid Bart van Helvoort kreeg het veertien jaar geleden toegestuurd als reactie op een historisch boek over Ammerzoden, wat hijzelf eerder had geschreven en uitgebracht.
Gerry (Kleijn-)de Gier, geboren in 1935 in Hedel, schrijft in 2009 speciaal voor haar eigen kinderen haar vluchtverhaal op. “Opdat zij nooit een oorlog mogen meemaken is haar wens en slotgedachte.” Hoe Buitengewoon wrang is het, dat wat zij beschrijft, voor vele Oekraïners op dit moment de realiteit is.
Het gezin de Gier bestaat uit zeven kinderen waarvan Gerry de oudste is, vader is smid en hoefsmid van beroep, moeder runde een winkel met huishoudelijke artikelen en kachels. Tant’Tanna een ongehuwde zus van moeder, hoorde ook tot het gezin.
Tot eind 1944 was het rustig in Hedel. Gerry herinnert zich de ‘Jeugdstorm’ van de N.S.B.-kinderen. “Zij deden hele leuke spelletjes, maar wij mochten niet met ze spelen en ook niet naar ze gaan kijken, later zouden ze wel uitleggen waarom.” Vanaf september 1944 werd het ernst. Met bolderwagen en kinderwagen op de vlucht voor het geweld. Eerst naar Ammerzoden naar het klooster van de zusters in het kasteel. Angstige uren tijdens een beschieting. Zusje Hennie zegt: “moeke ik moet plassen” waarop moeke zegt: “doe mar in oew broek kindje we gaan direct toch naar den hemel”.
Ook hier konden ze niet blijven, te gevaarlijk. Lopend gaat het gezin van Ammerzoden naar Velddriel en van Velddriel naar Zaltbommel. Vaders grootste prioriteit was om het gezin bij elkaar te houden. Met enige schaamte vertelt Gerry dat ze eigenlijk ook weer uit Zaltbommel moesten vertrekken. Ze mochten blijven omdat vader bereid was Duitse paarden te beslaan. “Maar hij deed het voor zijn gezin.”
Het verslag eindigt na de bevrijding met een gevaarlijke tocht vanwege de vele landmijnen, langs Rossum en de sluis van Fort Sint Andries naar ‘huis’ in Wijchen de geboorteplaats van moeke. Het is een getuigenverslag vol met anekdotes gezien door de ogen van een kind. Hedelse inwoners zullen er bekende namen in kunnen terugvinden. Doorspekt met Godsvertrouwen, altijd eerst op de knieën om te bidden. Waarbij vader steevast zei: “Onze Lieve Heer heeft met twee handen boven ons gestaan.”