Zondag 13 juni: Feest van H. Antonius
Ontmoeting met Franciscus precies 800 jaar geleden
Dit jaar is het precies 800 jaar gelden dat de heilige Antonius en Franciscus elkaar ontmoet hebben. Antonius die later vooral bekend zou worden als 'de heilige voor verloren zaken' was toen net een jaar toegetreden tot de broederschap (orde van minderbroeders) van onze heilige Franciscus.
Toevallig valt 13 juni dit jaar ook nog op een zondag; een extra reden om Antonius in het zonnetje te zetten. In verschillende kerken, zoals hier in Kerkdriel was het de aanleiding om het Antoniusbeeld een vooraanstaand plaatsje in de kerk te geven.
De minderbroeder die populairder werd dan Franciscus zelf
Niemand, laat staan hijzelf, zou 800 jaar geleden hebben vermoed dat deze Antonius de minderbroeder zou worden die qua bekendheid en populariteit zelfs Franciscus van Assisi voorbij zou streven. Velen katholieken zullen het gebedje “Antonius, beste vrind, maak dat ik mijn ... weer vind!” wel eens gepreveld hebben als ze (weer eens) hun sleutels, bril of wat dan ook kwijt waren... En in de meeste katholieke kerken is zijn beeltenis te vinden. De opbrengst van ‘zijn’ kaarsjes gingen en gaan naar de armen: het ‘Antoniusbrood’ is een wereldwijd begrip. Hij is in populariteit zelfs Franciscus voorbij gestreefd.
Theoloog en predikant... maar geen bisschop
Antonius’ preekgave zal pas later aan het licht komen. Volgens de verhalen werd hij 1222 priester gewijd (zijn studies had hij voor zijn intrede afgerond) en in 1223 toen op een hoogfeest de predikant van dienst niet kwam opdraven. Niemand durfde echter onvoorbereid te preken. “We kunnen altijd Antonius nog vragen”, spotten enkele oudere broeders. Nederig als Antonius was, nam hij dit aan als bevel. De oudere broeders die hem duidelijk probeerden te maken dat het een grap was, kregen het niet aan zijn verstand. Onvoorbereid hield Antonius zo’n gloedvolle preek dat Franciscus hem direct een preekopdracht in de provincie Romagna.
Antonius steeg verder in aanzien onder de broeders. In 1224 vroeg hij Franciscus of hij zijn medebroeders theologie mocht onderwijzen. Het was hem opgevallen dat enkele broeders van toeten noch blazen wisten over het geloof. Franciscus, die eigenlijk niet veel met studie op had - maar er, getuige deze brief, dus niet tegen was, antwoordt hem:
1 Broeder Antonius, mijn bisschop,
broeder Franciscus wenst u heil.
2 Ik keur het goed
dat u de heilige theologie aan de broeders onderwijst,
als u maar bij dit onderricht
de geest van gebed en toewijding aan God niet uitblust,
zoals in de regel staat.
(brief aan broeder Antonius, uit Franciscus van Assisi)
Antonius was geen bisschop, maar was theoloog en predikant. Dé kwaliteiten die bisschoppen in die tijd moesten bezitten. En dat zou de reden zijn dat Franciscus’ hem zo noemde. Voorwaarde voor het mogen studeren is voor Franciscus dus, dat je de geest van gebed en toewijding aan God niet uitblust.
De laatste jaren van zijn leven...
Dat was aan Antonius wel toevertrouwd. Deze leertaak zou hij in Zuid-Frankrijk uitoefenen. Vervolgens zal hij, na Franciscus’ dood, nog provinciaal van Romagna worden. Tot zijn gezondheidstoestand verslechterd - met de kennis van nu wordt ervan uitgegaan dat hij aan (onbehandelde) diabetes leed en zodoende waterzucht ontwikkelde. Hij ging bij de clarissen van Padua wonen om hen met zijn priesterlijke diensten te dienen. Daar zal hij 13 juni 1231 ook overlijden, slechts 40 jaar oud; hij stief dus nog jonger dan Franciscus die 45 jaar werd. In Padua werd hij ook begraven, vandaar dat wij hem als ‘Antonius van Padua’ kennen.